atelier: Juxtapositie
docent: Anne Dessing
lengte: kwartaal (7 weken)

‘Tussen’

Wanneer wij iets waarnemen tellen we niet alle individuele kenmerken van wat we zien bij elkaar op, maar vormen van al die losse indrukken ogenblikkelijk een totale configuratie. Wij nemen de wereld waar in gehelen en patronen. Hoe dit werkt wordt beschreven in de Gestaltwetten uit de Gestaltpsychologie. Deze hebben betrekking op de organisatieprincipes van onze hersenen bij de visuele perceptie. Visuele perceptie is meer dan alleen kijken: ook de herinneringen die we met ons meedragen en de associaties die we bij iets hebben zijn bepalend voor hoe we het waarnemen.
Een aantal van deze Gestaltwetten en hun betekenis luiden als volgt: Wet van Gelijkenis: vormen die op elkaar lijken als één geheel zien; Wet van Dichtheid: elementen die dicht bij elkaar liggen worden als eenheid waargenomen; Wet van Continuering: onafgebroken vormen worden verkozen boven onsamenhangende figuren; Wet van Prägnanz: de minste cognitieve inspanning gaat voor.

Het ‘tussen’ is een ruimte die is ontstaan doordat een verbinding is gemaakt tussen de pakhuizen Coerlandt en Lijfland. De ruimte is rijk aan texturen, de muren hebben verschillende hoogtes, de gebouwdelen lopen niet parallel, in de muren zie je sporen van de vroegere balklaag van het oude plafond, het nieuwe plafond begint halverwege het dak van Coerlandt, en al dan niet dichtgezette gebouwopeningen verspringen ten opzichte van elkaar. Omdat er zoveel kenmerken om onze aandacht strijden, percipiëren wij de ruimte als chaotisch en is onze eerste indruk: wat een zootje!

Mijn ingreep is er op gericht om van het ‘tussen’ een eigen entiteit te maken. Dit wordt bereikt door er een nieuw dak op te zetten en de tussenruimte van nieuwe gevels te voorzien. De elementen waaruit het dak is opgebouwd volgen het ritme van het vroegere dak. De openingen tussen de elementen hebben precies de afmetingen van de vroegere spanten, nu als ‘spanten van licht’. Zowel het nieuwe dak als de nieuwe gevel geven het ‘tussen’ een duidelijke structuur en brengen alle individuele kenmerken van de ruimte samen. Letterlijk, door ze onder één dak te brengen. Daardoor verandert de ruimte van een ‘tussen’ in een zelfstandige ruimte.